[2018-04-11] In Nederland zijn er allerlei plaatsen en gebouwen die rijke verhalen vertellen, gerelateerd aan de wetenschap. In deze aflevering zijn we ergens op het spoor tussen station Leiden Lammenschans en Leiden centraal.
“Beste Reizigers”, kraakt het moeilijk verstaanbaar uit de omroepinstallatie in de treincoupe 2e klasse. Een kleine hapering volgt. De stem op de krakerige intercom herpakt zich: “Beste reizigers, u zult het vast ook gemerkt hebben dat we stapvoets rijden. Dat komt natuurlijk weer door een goederentrein. We zullen dus niet de verwachte aankomsttijd halen.” De irritatie in de stem is kraakhelder. Gekreun en gesteun in de coupe.
Ik kijk op mijn horloge. Als ik de aansluiting op Leiden Centraal maar haal! Met mijn ogen dwaal ik langs de immer vreemde bebouwing die we in Nederland langs sporen hebben. Tuinen en de normaal goed verborgen achterkanten van huizen staren mij open en bloot aan. Het lijkt vaak nog (pijnlijk) zichtbaar hoe de treinsporen zich, op een gegeven moment, als een soort van grote platte wormen, door de binnensteden heen hebben gewurmd. Dan wordt mijn blik gegrepen door een levensgrote muurschildering waarop een formule van de natuurkundige Hendrik Lorentz, de Leidsche trots, is vereeuwigd.
Lorentz was dikke (wetenschappelijke) maatjes met Einstein en is zodoende niet weg te denken uit onder andere de geschiedenis van de relativiteitstheorie. Op de muurschildering prijkt dan ook trots de formule voor de zogenaamde Lorentzcontractie. De Lorentzcontractie is het die vertelt dat afhankelijk van hoe snel je gaat, voor jou afstanden in ruimte en het verstrijken van tijd niet hetzelfde blijven. Je kan dit, bijna poëtisch, samenvatten als de relativiteit van ruimte en tijd. Trouwens, de reden dat je hier nooit direct iets van hebt gemerkt is omdat dit effect pas opvalt wanneer je beweegt met bijna met de lichtsnelheid (zo’n 1.08 miljard km/u).
Ik moet grijnzen. Degene die het briljante idee heeft gehad om juist mensen naast een spoor eraan te herinneren dat tijd en ruimte relatief zijn, die verdient een Nobelprijs. Leiden Centraal komt langzaam dichterbij. Terwijl de trein geen enkele aanstalten maakt om sneller te gaan rijden, kijk ik opnieuw op mijn horloge. Mijn grijns verdwijnt. Ik realiseerde me dat ik de aansluiting op Leiden Centraal niet meer haal, hoe relatief ruimte en tijd ook zijn.
Mocht je bang zijn om niet helemaal op de hoogte te blijven van deze blog? Vrees dan niet! Geef je email-adres hierboven op en alles komt goed.
Figuur gemaakt en beschikbaar gesteld door Sander Vink