[2019-03-22] Afgelopen week was het weer eens zo ver: het feestje van de democratie was in volle gang. Kon ik daarvan meegenieten als medelander in het buitenland? In dit geval luidt het korte antwoord: nee. Kan ik dat wel voor de Europese verkiezingen dan? Dat hangt ervan af.
Alhoewel het afgelopen week allemaal, natuurlijk, om de senaat draaide, waren het natuurlijk niet de senaatsverkiezingen – want die bestaat niet voor de reguliere burger. In Nederland wordt de senaat, of eerste kamer, namelijk via de provincies gekozen; die wij dan weer wel kunnen kiezen. Of althans, mits je in een provincie woont.
Momenteel woon ik in IJsland en tevens ben ik een Nederlands staatsburger. Ik mag daarom op de tweede kamer stemmer. Maar aangezien ik niet in een provincie woon, kan ik niet indirect op de eerste kamer stemmen. Gezien het belang van de eerste kamer vind ik dat wel een beetje vreemd. Wellicht is het tijd om dit archaïsche systeem te ontkoppelen?
Dan zijn er ook nog Europese verkiezingen. Daaraan mag ik natuurlijk meedoen. Natuurlijk? Nee. Ik sprak hierover met een Italiaanse collega en interessant genoeg blijkt Italië als regel te hanteren dat je binnen de EU moet wonen om te mogen stemmen op de Europese verkiezingen. En IJsland is geen lid van de EU.
Iets wat ik trouwens altijd grappig vind met de Europese verkiezingen is het gewicht van je stem. Elk land heeft namelijk een vast aantal zetels. Zo heeft Nederland, bijvoorbeeld, 26 zetels en Duitsland 96. Het aantal Nederlanders is 17 miljoen en er zijn alweer zo’n 82 miljoen Duitsers. Bij ons krijg je dus zo’n 1.53 zetels per miljoen stemmen, terwijl dat in Duitsland 1.17 is.
Steek dat democratische verschil maar lekker in je zak!
Mocht je bang zijn om niet helemaal op de hoogte te blijven van deze blog? Vrees dan niet! Geef je email-adres hierboven op en alles komt goed.
Figuur gemaakt en beschikbaar gesteld door Freepik via flaticon